Sectorpresentatie
1. Productie
Sinds het begin van de jaren '90 bedraagt de cementproductie in België ca. 6 miljoen ton per jaar, voor een totale theoretische capaciteit van 10 miljoen ton voor de vijf FEBELCEM leden die actief zijn in België.
Ongeveer 60 % wordt geproduceerd langs droog procédé, 40 % langs nat procédé. De productie wordt gehaald uit portlandcement (46%) en hoogovencement (54%).
2. Verbruik
De Belgische bouwmarkt verbruikt jaarlijks zo wat 7,3 miljoen ton cement, waarvan ongeveer 75% Belgische cement. Het jaarlijks nationaal verbruik bedraagt 634 kg cement per inwoner (cijfers 2021), waarmee ons land aan het hoofd staat in vergelijking met de buurlanden.
3. Leveringen
De leveringen van grijs cement in 2021 door onze leden bedragen in totaal 6.936 Kton: dat is 3,3% meer dan in 2020.
Jaarlijks worden tussen 1,5 en 2 miljoen ton uitgevoerd, voornamelijk naar grenslanden zoals Nederland, Duitsland en Frankrijk.
4. Lokalisering
De geografische situering van de Belgische cementindustrie is het gevolg van de geologische structuur van het land. Daarom zijn de cementfabrieken geconcentreerd in Wallonië, dichtbij de ontginningszones van de grondstoffen.
Met uitzondering van Cemminerals (Gent) en VV/M Cement (Gent en Antwerpen), de cementgroepen die in België actief zijn hebben hun bedrijfszetels in de buurt van Doornik, Bergen en Luik, waar rijke kalkgroeves de bevoorrading verzekeren van de grondstoffen die nodig zijn voor de klinkerfabricage.
5. Werkgelegenheid
De werknemers van de cementindustrie hebben over het algemeen een hoog opleidingsniveau. Geologen, mijn-, scheikundig-, industrieel-, handels-, elektronisch- en werktuigkundig- ingenieurs zijn slechts enkelen van de universitairen die in de cementsector voldoende carrièremogelijkheden vinden. In de bedrijven werkt heel wat hooggekwalificeerd bediendepersoneel, die evenals de gespecialiseerde arbeiders dankzij specifieke opleidingsprogramma's op de hoogte blijven van de meest recente technieken.
Op dit ogenblik bieden de vijf Belgische cementgroepen voor de vervaardiging en de distributie van het cement werk aan ongeveer 1.000 personen. Als men er echter ook de aanverwante sectoren van stortklaar beton en geprefabriceerd beton bij betrekt, heeft de cement- en betonindustrie in België een personeelsbestand van 10.000 personen, de indirecte werkgelegenheid (onderaanneming, transport, ...) niet inbegrepen.
De sociale partners beschouwen de cementsector terecht als een referentiesector op het gebied van paritaire relaties. De sector kent geen conflicten noch werkonderbrekingen en wordt dikwijls als voorbeeld aangehaald voor de sociale vrede.
6. Investeringen
De cementindustrie is een kapitaalintensieve sector. De installaties van een moderne cementfabriek kosten miljarden euros. Daarom tekent zich meer en meer de tendens af om zich te concentreren in steeds grotere eenheden om de productiecapaciteit te verhogen en met succes het hoofd te kunnen bieden aan de enorme investeringen die nodig zijn voor de ontginning, de productie en de bescherming van het milieu.
De omvang van deze investeringen (49,6 miljoen voor 2022) en de tijd die nodig is om ze af te schrijven is bepalend voor de leefbaarheid van de industriële cementfabrikanten.
7. Automatisering
De bediening van de ovens, de maalmachines en alle andere productiestappen worden tegenwoordig voornamelijk automatisch gestuurd. De werking van de apparaten wordt geregeld door industriële computers, die zich baseren op de inlichtingen die worden verzameld door peilingen die permanent de temperaturen, de druk, het debiet en de chemische samenstelling meten.
Dankzij deze evolutie kon de kwaliteit en de gelijkmatigheid van cement voortdurend worden verbeterd.
8. Algemene tendens
Het Belgisch cementverbruik vertoont de laatste jaren de neiging om te stagneren. Dit heeft vooral te maken met een zekere stabiliteit van de overheidsinvesteringen in de burgerlijke bouwkunde. De voortzetting van grote openbare werken zoals de waterzuiveringsinstallaties en de werken aan haveninstallaties kunnen deze tendens niet tegenhouden.
Het bouwbedrijf per marktaandeel :
- Wonigbouw +/- 45%
- Utiliteitsbouw +/- 35%
- Openbare werken +/- 20%
De komende jaren verwacht de cementindustrie geen gevoelige toename van het verbruik. De Belgische Cementindustrie wordt ook geconfronteerd met de cementinvoer die nu 30% van de Belgische markt uitmaakt. De woningbouw blijft relatief stationair, tenzij de utiliteitsbouw daarentegen veel gevoeliger is voor de conjunctuurveranderingen die de investeringen van de ondernemingen beïnvloed.