Een waaier van mogelijkheden voor het milieu

De Belgische cementindustrie, een waaier van mogelijkheden voor het milieu

Van de groeve tot het transport van de eindproducten waken de cementfabrikanten over de bescherming van het milieu. Bij elke etappe van het productie- en distributieproces streven ze naar duurzame ontwikkeling.

De cementindustrie levert ook een extra inspanning om bij te dragen tot de oplossing van bestaande en toekomstige problemen in verband met het beheer van natuurlijke hulpbronnen, energiebesparing en afvalbeheer.

De cementindustrie ontwikkelde namelijk een heel originele bijzonderheid nl. haar buitengewoon potentieel om secundaire grondstoffen op te waarderen en recyclage netwerken op te zetten die leiden tot alternatieve of vervangingsbrandstoffen.

Opwaardering van secundaire grondstoffen: een troef voor het milieu

Vliegas van elektrische centrales op steenkool, gips afkomstig uit de chemische industrie en hoogovenslakken zijn secundaire grondstoffen die bij de samenstelling van diverse cementsoorten worden gebruikt om onze kostbare delfstoffen te sparen. Als deze grondstoffen de plaats van klinker innemen, besparen ze bovendien ook op de energie die nodig is voor het branden.

Beroep op secundaire en vervangingsbrandstoffen

Een groot volume materie in de klinkerovens op een temperatuur van 1450°C brengen, vraagt een grote hoeveelheid thermische energie.

In België verbruiken de cementovens jaarlijks 600.000 ton equivalentpetroleum, d.i. het verbruik van een stad van 700.000 inwoners. Men begrijpt dus waarom de energiekosten 30 % van de kostprijs van het cement bedragen.
Om de concurrentie het hoofd te kunnen bieden, heeft de cementindustrie van energiebesparing een prioriteit gemaakt. Zo gebruikt ze al jarenlang secundaire brandstoffen zoals petroleumcokes en steenkoolschisten.

Meer recent ontwikkelde ze de mogelijkheid om vervangingsbrandstoffen op te waarderen zoals hout, papier, restanten van autoafbraak, vuile olie, geïmpregneerd houtzaagsel, oplosmiddelen, enz., die zij in alle veiligheid gebruikt. Deze vervangingsbrandstoffen zijn immers rechtstreeks afkomstig van de industrie of erkende inzamelaars. Zij worden pas in de oven gebracht na een controle van hun samenstelling en nadat is uitgemaakt of ze in de cementfabricage kunnen worden gebruikt. De veiligheid van het personeel en de buurtbewoners en de kwaliteit van het cement gaan immers voor alles.

Wat de lucht betreft, analyseren de cementfabrikanten het gehalte van hun uitstoot onder de controle van de gewestelijke overheden. Zij houden zich aan de strengste normen inzake luchtvervuiling in de Europese Unie (TA Luft in Duitsland) of trachten deze zelfs te verbeteren.

Beheersing van de directe gevolgen voor het milieu

Herinrichting van de cementgroeven

De ontginning van de groeven en de fabricage van cement zijn omvangrijke industriële operaties die een zichtbare impact hebben op het landschap. Hier moet rekening mee worden gehouden bij de opstelling van de sectorplannen en bij de bepalingen van de exploitatievergunningen.

In overleg met de overheden voorziet het exploitatieplan van de cementgroeven in het herstel van de site.
Voormalige groeven kunnen hun oorspronkelijke functies terugvinden (natuurgebied), of een nieuwe recreatieve bestemming krijgen (b.v. watersportplaatsen).

Immissies

De cementindustrie doet alles wat in haar vermogen ligt om de hinder voor de omwonenden te verminderen. De immissie van stof bijvoorbeeld kon al drastisch worden beperkt dankzij de bekleding van de installaties, de systematische besproeiing van de toegangswegen, de ontstoffing van de vrachtwagens en de opstelling van bufferzones. Lawaai en trillingen konden worden vermeden door verbetering van de ontginningstechnieken en de aanleg van plantentaluds aan de rand van ontginningszones.

Emissies

Bij de klinkerproductie wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met het milieu. Tegenwoordig zijn de schoorstenen van de ovens en de molens uitgerust met doeltreffende filters die 99,9 % van de stofdeeltjes opvangen. De gasemissies worden voortdurend gecontroleerd aan de hand van regelmatige en uiterst grondige metingen. De veelvuldige controle van de grondstoffen en brandstoffen garandeert de representativiteit van deze controles.

Geen eindresten van de productie

De cementindustrie valoriseert secundaire grondstoffen en produceert zelf totaal geen eindresten. Zelfs de stof die bij het verlaten van de ovens in de filters wordt opgevangen, wordt, gerecupereerd en opnieuw in het proces verwerkt.

Besparing van grondstoffen, beperking van de uitstoot, opwaardering van secundaire grondstoffen afkomstig uit andere industrieën en recyclage, even zoveel aspecten waarin de ecologische belangen en de economische vereisten elkaar vinden. De cementindustrie heeft dat goed begrepen en integreert milieubescherming en duurzame ontwikkeling in al haar activiteiten.

Beton : een milieuvriendelijk product

Studies over het logingsgedrag van beton bewijzen dat beton wel degelijk een zeer milieuvriendelijk product blijft. Uitlogen is een wetenschappelijke term die slaat op het vrijkomen van chemische elementen uit een vast materiaal bij contact met water (drinkbaar water, regenwater, zeewater,...). In het kader van haar inspanningen met betrekking tot de kwaliteit van het cement en het beton, besliste de Belgische Cementindustrie zich wetenschappelijk te vergewissen van het gedrag bij uitloging van beton dat werd geproduceerd op basis van haar producten. Dit engagement is des te belangrijker omdat het argument van de aanwezigheid van zware metalen in cement en beton te vaak wordt gehanteerd door de tegenstanders van de cementindustrie - en jammer genoeg ook door een publiek dat vaak niet goed is ingelicht - in de discussie rond de invloed op het milieu van de opwaardering van afval in de cementsector.

Zo verleende de Belgische Cementindustrie actieve steun aan de studies inzake uitloging die op Europees niveau worden uitgevoerd door CEMBUREAU, de Europese Cement Associatie. Het Nationaal Centrum voor Wetenschappelijk en Technisch Onderzoek der Cementnijverheid voerde studies uit rond de uitloging van zware metalen in verschillende soorten Belgisch cement, al dan niet vervaardigd met vervangingsbrandstoffen. Dankzij het gebruik van ultramoderne apparatuur is de Belgische Cementindustrie erin geslaagd aan te tonen dat de hoeveelheid vrijgekomen chemische elementen uit beton op basis van deze cementsoorten, verwaarloosbaar is.

Zelfs in extreme situaties ligt dat risico 2 tot 200.000 keer lager dan de strengste normen die van toepassing zijn voor drinkwater.